Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waar waart gij, toen Ik de aarde [6]grondde? Geef het te kennen, [7]indien gij kloek van verstand zijt. 6. Dat is, maakte en haar grond legde. Zie boven, hfdst.26 vs.7, en de aantekening. Hij wil zeggen, nergens. Dit en het volgende zijn manieren van spreken, genomen bij gelijkenis van het bouwen van enige timmering. 7. Hebreeuws, indien gij verstand weet, dat is, kloek en verstand, zeer ervaren en verstandig zijt. Vergelijk 1 Kron.12:32; 2 Kron.2:12; Jes.29:24.